Vergoedingen en verstrekkingen
Je kunt volgend jaar voor het laatst gebruikmaken van de oude regels voor
vergoedingen en verstrekkingen. Per 1 januari 2014 ben je namelijk verplicht
om over te stappen op de werkkostenregeling. Maak je in 2013 nog gebruik van
de oude regels dan gelden daarbij onder andere de volgende bedragen ter
vergoeding en verstrekking aan je werknemers:
Maaltijden:
Moeten werknemers in je onderneming noodgedwongen overwerken en kunnen ze
daardoor niet op normale tijdstippen thuis eten, dan kun je onbelast een
maaltijd vergoeden of verstrekken. Gaat het echter om maaltijden die
standaard in bedrijfskantines worden verstrekt dan gelden er bepaalde
normbedragen die belast zijn bij de werknemer. In 2013 zijn die normbedragen
voor warme maaltijden 4,45 euro (in 2012: 4,30 euro) en voor een
koffiemaaltijd of ontbijt 2,30 euro (in 2012: 2,25 euro).
Consumpties:
Tussendoortjes van geringe waarde zoals koffie, frisdrank, fruit of gebak mag
je onbelast onder werktijd verstrekken. Geef je echter een vergoeding, zodat
de werknemer de consumpties zelf kan kopen, dan mag je een onbelaste
vergoeding geven van maximaal 2,75 euro per week of 0,65 euro per dag.
Personeelsuitje:
Je kunt in 2013 onbelast personeelsfeesten, -reizen en -uitjes vergoeden of
verstrekken tot een maximumbedrag van 454 euro per werknemer per jaar.
Voorwaarde is wel dat ten minste driekwart van de werknemers van je
onderneming mee kunnen doen met het personeelsuitje.
Reiskosten:
Het is in 2013 mogelijk om voor zakelijke kilometers – hiertoe behoren ook de
woon-werkkilometers – een onbelaste vergoeding te geven van maximaal € 0,19
per kilometer. Daarnaast kun je volgend jaar ook de werkelijke kosten
vergoeden nvan een werknemer die met het openbaar vervoer reist.
Gebruikelijk loon
Er geldt een gebruikelijk loon voor personen die werken voor de onderneming,
waarin ze zelf een aanmerkelijk belang hebben. Een aandeelhouder heeft een
aanmerkelijk belang als hij ten minste 5 procent van de stemrechten heeft in
de onderneming.
De Belastingdienst gaat ervan uit dat deze aanmerkelijkbelanghouder een loon
krijgt dat normaal is voor zijn niveau en de duur van zijn werk. In 2013
moet dit loon minimaal 43.000 euro (in 2012: 42.000 euro) zijn. Krijgt de
aanmerkelijkbelanghouder een lager loon, dan moet je het verschil met het
gebruikelijk loon aanmerken als fictief loon. Over dit fictieve loon moet je
ook loonheffingen inhouden.
Bijtelling auto van de zaak
Heeft je werknemer een auto van de zaak dan moet je een bijtelling voor het
privégebruik tot het loon van de werknemer rekenen. De hoogte van de
bijtelling is afhankelijk van de zuinigheid – de CO2-uitstoot in gram per
kilometer – van de auto.
Op dit moment voldoen veel auto’s al aan de criteria voor een zuinige auto. De
overheid wil het aantal zuinige auto’s terugdringen, zodat in 2015 slechts
10 procent voldoet aan de criteria van een zuinige auto. In de onderstaande
tabel vindt je de uitstootgrenzen voor 2013. Deze grenzen gaan gelden voor
auto’s die in 2013 voor het eerst op naam zijn gesteld. Heeft een werknemer
vóór 1 januari 2013 een nieuwe auto aangeschaft, dan heeft hij in principe
geen last van deze nieuwe grenzen.
Bijtelling |
Uitstoot in gram per kilometer |
Geen diesel |
|
0% bijtelling |
0 t/m 50 |
14% bijtelling |
51 t/m 95 |
20% bijtelling |
96 t/m 124 |
overige auto's: 25% bijtelling |
> 124 |
Diesel |
|
0% bijtelling |
0 t/m 50 |
14% bijtelling |
51 t/m 88 |
20% bijtelling |
89 t/m 112 |
25% bijtelling |
> 112 |
Belastingtip: Dit artikel is geschreven door de redactie van Fiscaal
Rendement. Meer tips en fiscaal nieuws vind je op www.rendement.nl/fiscaal
Klik
hier voor alle andere belastingtips
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl